Bijstandsafspraken GHOR crisisfunctionarissen in NW6 herzien

Onlangs zijn de operationele afspraken over onderlinge bijstand in de regio NoordWest 6 geactualiseerd. Al sinds najaar 2017 werken de GHOR-bureaus van Amsterdam-Amstelland, Flevoland, Gooi- en Vechtstreek, Kennemerland, Noord-Holland Noord en Zaanstreek-Waterland nauw met elkaar samen om onderlinge bijstandsverlening door GHOR-crisisfunctionarissen tijdens een crisis goed te laten verlopen. In die gevallen kunnen één of meer crisisfunctionarissen uit een andere regio bijstand verlenen.

De bijstandsafspraken hebben betrekking op de Algemeen Commandant Geneeskundige Zorg (ACGZ) en alle crisisfunctionarissen binnen de Stafsectie en/of Actiecentrum GHOR.

Hulp van de buren

Een regio kan een beroep doen op bijstand van een crisisfunctionaris van een van de buurregio’s tijdens een opgeschaalde situatie. Bijvoorbeeld wanneer er aflossing nodig is en geen van de andere functionarissen in de eigen regio beschikbaar is. Of als er extra crisisfunctionarissen nodig zijn omdat er meerdere inzetten spelen in een regio. ‘Een mooi voorbeeld van een langdurig incident waarbij bijstand uit andere GHOR-regio’s kwam, is de watersnood in Limburg. Dat was in juli 2021, een periode waarin veel mensen op vakantie waren en de ‘reservebank met aflossing’ dus leger was dan normaal. Fijn dat je in een dergelijke situatie een beroep kunt doen op omliggende GHOR-regio’s’, aldus Esther Simmelink, manager GHOR Flevoland & Gooi en Vechtstreek.

ACGZ sleutel in het proces

Iedere bijstandsaanvraag verloopt altijd via de dienstdoend ACGZ uit de regio die bijstand nodig heeft. In overleg met de collega ACGZ uit een andere regio wordt bepaald of er iemand voor bijstandsverlening beschikbaar is. De Directeur Publieke Gezondheid (DPG) van de inlenende regio blijft altijd eindverantwoordelijk voor de inzet en de resultaten van ingezette GHOR-functionarissen, ook al komen deze uit een andere regio. Om ervoor te zorgen dat de bijstand verlenende crisisfunctionaris goed zijn of haar weg in de organisatie kan vinden, is het van belang dat er een goede overdracht is met bijvoorbeeld aandacht voor toegang tot specifieke planvorming en systemen.