Het is onze gezamenlijke plicht om de vluchtelingen zo goed mogelijk op te vangen

We kennen allemaal de beelden van eind februari, toen in Oekraïne oorlog uitbrak en een grote stroom vluchtelingen naar buurlanden en andere landen in Europa op gang kwam. Binnen een week ging het al om een miljoen Oekraïners. Een deel van hen kwam naar Nederland. Gemeenten en Veiligheidsregio’s gaan direct aan de slag om deze mensen zo goed mogelijk op te vangen. Ook de GHOR-bureaus gaan aan het werk om de benodigde zorg te organiseren. Algemeen Commandant Geneeskundige Zorg Esther Schutten vertelt hoe dat in Zaanstreek-waterland in z’n werk ging.

Begin maart geeft het rijk de veiligheidsregio’s opdracht om voor minimaal zes maanden vijftigduizend opvangplekken voor vluchtelingen uit Oekraïne te bieden, zo’n tweeduizend per regio.

Creativiteit en samenwerking

‘Dat betekende voor onze veiligheidsregio dat we opschaalden naar GRIP2’, licht Esther toe. ‘De morele plicht om de schouders eronder te zetten en de mensen uit het oorlogsgebied zo goed mogelijk op te vangen was voor alle betrokkenen direct duidelijk. Er was al een pre-regionaal operationeel team, pre-regionaal beleidsteam en een intergemeentelijk team samengesteld. Ook de GGD bereidde zich voor. Maar vanwege de snelheid waarmee de eerste plekken moesten worden ingericht, werd er GRIP2 afgekondigd. Diezelfde avond is in samenwerking met onder meer gemeente, GHOR, politie en brandweer een sporthal ingericht en ingezet als crisisnoodopvang voor maximaal 24 uur. De eerste opvangplekken voor een langere periode volgden snel.

Als GHOR richtten we daarna een kleine stafsectie in om met name de gezondheidszorg voor vluchtelingen te organiseren. Dat was een behoorlijke opgave want de zorgsector is eigenlijk nog niet bijgekomen van de coronacrisis. We hebben nog steeds te maken met schaarste en uitval van personeel. Samen met gemeenten, GGD en de Huisartsenpost brachten we in beeld wat er nodig was op de verschillende opvanglocaties. In eerste instantie was er grote behoefte aan huisartsenzorg. Het liefst hadden de gemeenten een klein medisch team op de opvanglocatie gehad. Maar met de krapte binnen de zorg was dit niet haalbaar. We hebben een zorgplicht aan álle inwoners van de regio.

De zorg organiseren voor de vluchtelingen vroeg om veel flexibiliteit, improvisatievermogen en samenwerking tussen de betrokken partijen. Zo moest er rekening gehouden worden met bijvoorbeeld de taalbarrière, mogelijke trauma’s en cultuurverschillen, want het gezondheidssysteem in Oekraïne werkt anders dan in Nederland. Voorlichting over hoe de zorg in Nederland is ingericht bleek echt nodig. Om de huisartsen de eerste periode te ontlasten, zette de GGD een verpleegkundig triagist in op een aantal opvanglocaties. Later is als tijdelijke oplossing een online huisartsenpraktijk voor onze regio ingezet door Huisartsenzorg Zaanstreek-Waterland. Deze online praktijk doet de eerste triage en maakt indien nodig een afspraak bij een regionale huisartsenpraktijk.
Naast nauwe afstemming met huisartsen en de GGD hebben we onder meer afspraken gemaakt over bijvoorbeeld tandzorg en met apothekers. Ook hebben we locaties geschouwd, bijgedragen aan draaiboeken en diverse veiligheidsplannen en adviezen geformuleerd voor ons bestuur.´

Iedere regio een eigen aanpak

´We hadden al een goed netwerk met de regionale zorg en korte lijnen met onder meer de gemeenten, veiligheidspartners en landelijke partners. Maar niet iedere crisis kent dezelfde structuren en partners. Anders dan tijdens de coronacrisis legt de vluchtelingencrisis bijvoorbeeld extra druk op de huisartsenzorg en niet op de ziekenhuizen. En er is geen landelijke aanpak. Iedere regio en gemeente pakt deze opdracht op zijn eigen wijze op. Sommige veiligheidsregio’s zijn opgeschaald. Andere niet. In de ene regio werd de huisartsenzorg georganiseerd op de huisartsenposten, terwijl het in onze regio van begin af aan de voorkeur had om de vluchtelingen op den duur te laten instromen bij de lokale praktijken.’

Complimenten

´Maar nu we enkele maanden verder zijn, is duidelijk dat de betrokken organisaties elkaar na corona opnieuw goed weten te vinden en goede afspraken met elkaar hebben weten te maken. Bijvoorbeeld aan de hand van nieuwe overlegstructuren met gemeenten, huisartsen en de GGD. Hoewel er nog nieuwe opvanglocaties bij komen is er overzicht en nauwe afstemming. Het verdient absoluut complimenten dat we met elkaar steeds tot oplossingen komen. We weten goed te luisteren naar elkaar, er is begrip voor de enorme uitdaging waar we voor staan en we spelen flexibel in op wat er nodig is.’